Een lastige vraag? Een moeilijk antwoord? Wij leggen het graag uit
In beginsel is het zo dat over het totale vermogen erfbelasting moet worden betaald. Tot dit vermogen behoort ook de woning. Wanneer nu de woning niet meer tot het vermogen behoort hoeft hierover ook geen erfbelasting te worden betaald. De oplossing is dan snel duidelijk… we verkopen de woning aan de kinderen!
Het idee:
Wanneer de woning wordt verkocht aan de kinderen zullen de kinderen de marktconforme waarde moeten betalen aan hun ouders. Dit betekent dat zij een hypotheek zullen moeten afsluiten. Wanneer de verkoop een feit is, dan is de woning van de kinderen en zitten de ouders zonder woning. Nu is het natuurlijk de bedoeling dat zij wel in het huis blijven wonen. Dit kan door het huren van de woning of het vruchtgebruik voor te behouden.
De gevolgen:
- inkomstenbelasting
- erfbelasting
- schenkbelasting
- advieskosten
- financieringskosten
Voorbeeld: Antje (70) en Barry (72) hebben 2 kinderen (Corrie en David) en zijn getrouwd in gemeenschap van goederen. Samen hebben zij een spaarvermogen van € 100.000 en een eigen woning van € 220.000.
Erfbelasting:
Antje en Barry verkopen het huis aan hun kinderen, onder het voorbehoud van vruchtgebruik. Dit recht eindigt bij het metterwoon verlaten van de woning. (dus wanneer zij beiden tenminste drie maanden op een ander adres staan ingeschreven). Wanneer dit gebeurt vervalt het vruchtgebruik en wordt de gehele woning eigendom van de kinderen (en dit wordt niet belast).
Dit vruchtgebruik vertegenwoordigt een waarde. Hiervoor zijn speciale tabellen in de successiewet. In dit voorbeeld komen we op een bedrag van € 105.600, dat het vruchtgebruik waard is. Deze waarde strekt in mindering op de waarde van de woning. De waarde is hierdoor dus eigenlijk maar € 114.400 waard (namelijk € 220.000 – € 105.600).
Bij het overlijden van de laatste ouder wordt uitgegaan van de vrije verkoopwaarde ten tijde van het overlijden. De koopsom, vermenigvuldigd met een rente van 6 % per jaar, wordt hierop in mindering gebracht. De rest wordt dan belast met erfbelasting bij de kinderen.
Indien de laatste ouder 10 jaar na de verkoop overlijdt, dan is sprake van een rentebijtelling van 60 % over de koopsom. In dit voorbeeld is dat een bijtelling van 60/100 x € 114.400 = € 68.640. In totaal bedraagt de aftrekbare koopsom dan € 183.040,–.
De te belasten waarde is nu € 36.960. In dit geval wordt er € 18.340 aan erfbelasting bespaard.
We gaan er hier vanuit dat de koopsom ook daadwerkelijk door de kinderen betaald is. Indien dit niet zo is dan is er GEEN belastingbesparing. De kinderen kopen dus de woning van de ouders, maar het totaal bedrag dat zij moeten betalen kunnen zij niet lenen, want zij hebben al een eigen woning (met hypotheek).
De oplossing is dat de kinderen de koopsom lenen van hun ouders. Omdat deze lening geen schenking moet zijn wordt er een rente overeengekomen van bijvoorbeeld 3% (dus 3% over € 114.400).
Krijgen de kinderen nu geen huur? Nee…..want de ouders blijven hier gratis wonen.
Is dit dan geen schenking? Nee…..want de kinderen betalen maar € 114.400 voor de woning ipv € 220.000. Dit is hun voordeel.
Wel moeten we hier duidelijk zien dat de kinderen wel de € 114.400 vóór het overlijden van de ouders moeten betalen, want anders wordt alles gewoon alsnog belast.
Een slimmerik merkt nu op dat de ouders de 3% per jaar aan de kinderen wel kunnen schenken, zodat de kinderen ook helemaal niets hoeven te betalen.
Maar helaas gaat dit niet meer op. De belastingdienst heeft hiervoor artikel 10 SW (fictiebepaling) in het leven geroepen. Dit artikel bepaalt dat de geschonken bedragen alsnog belast worden met erfbelasting.
Nadeel: de kinderen moeten dus de gehele koopsom zelf betalen en ook 3% in 10 jaar. Met andere woorden schieten de kinderen er in 10 jaar ongeveer € 35.000 bij in.
Inkomstenbelasting:
Voor de inkomstenbelasting verandert er ook veel. Voor Antje en Barry verhuist hun woning van Box 1 naar Box 3. Met andere woorden….de woning was eerst onbelast, maar nu belast!!
Wordt er dan geen rekening gehouden met het feit dat de eigendom niet meer van de ouders is, waardoor de woning minder waard is?
Jazeker wel, er wordt gekeken naar de leeftijd van de jongste van de ouders (in ons geval Antje) onder aftrek van 10 jaren. Dit wordt vermenigvuldigd met de leeftijdsfactor (hier is dit 4%) In ons voorbeeld komen we op 44%. In totaal komen we dan op € 96.800. Hierover betalen de ouders vermogensbelasting.
Kijken we naar de 10 jaar waar rekening mee wordt gehouden dan zien we dat we in deze 10 jaar ruim € 25.000 extra belasting moeten betalen
Financieringskosten:
De kosten van deze overdracht zijn 8% overdrachtsbelasting, kadasterkosten, notariskosten. Deze kosten begroten we op ongeveer € 5.000
Conclusie:
In totaal is het voordeel ongeveer € 18.000 besparing aan erfbelasting.
Het nadeel komt uit op een bedrag van € 65.000.
In ons voorbeeld is dit dus absoluut niet te adviseren!
Kijken we nu naar de WLZ dan is dit net even anders.
De hoogte uw eigen bijdrage uit hoofde van Wet Langdurige Zorg (Wlz) dan wel Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de opvolgers van de AWBZ wordt mede bepaald door uw eigen woning.
Indien de woning in waarde stijgt is het voordelig indien de ouders nog tijdens hun leven verhuizen naar een verzorgingsinstelling. De waardestijging van de kinderen is dan onbelast.
Advies van Erfrechtinfo?
Hoeveel kunnen we besparen in een testament, levenstestament en schenkingen (op papier)?
Dit is altijd maatwerk,…….dus…..
Zullen we samen eens kijken of er andere opties zijn?